PLANSCHADE
Planschade is een wettelijk recht, dat al ruim 30 jaar bestaat. Het recht op planschade wordt geregeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Art. 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: De gemeenteraad kent, voor zover blijkt dat een belanghebbende als gevolg van de wijziging van de bepalingen van een
bestemmingsplan, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen
schadevergoeding toe.
Kort samengevat kan gesteld worden dat u recht kunt hebben op planschade indien uw eigendom in waarde daalt en/of uw woongenot verslechtert door een nadelige
wijziging van de planologie. Hierbij kunt u denken aan een wijziging van het bestemmingsplan of aan een vrijstellingsbesluit ex artikel 19 WRO.
Met de wijziging wordt bijvoorbeeld de aanleg van een woonwijk, een bedrijventerrein of een doorgaande weg mogelijk gemaakt op het voormalige agrarisch gebied aan de
rand van een dorp. Ook kunnen bijvoorbeeld binnen de bebouwde kom woningen, winkels of scholen gebouwd worden op voormalige sportvelden, grasvelden of
parkeerplaatsen.
Een planschadeprocedure wordt gevoerd tegen de gemeente. De gemeente heeft immers de schade veroorzaakt door de planologie te wijzigen. De gemeente kan eventueel
weer afspraken maken met de projectontwikkelaar over de doorberekening van de planschade. De procedure duurt vanaf de start tot het besluit gemiddeld 1,5 jaar. Mocht de
gemeente de procedure niet volgens de regels doorlopen of niet tot toekenning overgaan dan kan daartegen bezwaar worden aangetekend en desnoods beroep en hoger
beroep bij de bestuursrechter. In totaal kan de procedure dan wel 5 jaar duren.
Uit de praktijk blijkt dat lang niet iedere particuliere woningeigenaar op de hoogte is van het feit dat het recht op planschade bestaat. Zelfs als in beroep bij de rechtbank of in
hoger beroep bij de Raad van State een bestuursrechtelijke procedure wordt gestart met het doel een nadelig bouwplan tegen te houden, en deze procedure gaat verloren,
weet men vaak niet dat daarna wellicht nog een planschadeprocedure gevoerd kan worden. Bovendien blijkt dat als men wel op de hoogte is van het planschaderecht, men
vaak niet weet hoe de procedure werkt en dat men er eigenlijk ook niet zoveel zin meer in heeft of tijd voor heeft.
Er kan sprake zijn van planschade:
•
als dichtbij uw huis woningen of bedrijfspanden worden gebouwd;
•
als uw privacy wordt aangetast
•
als u geluidsoverlast krijgt
•
als het zonlicht in uw tuinderij afneemt door bebouwing;
•
als uw bedrijfsvoering wordt belemmerd door nieuwe bebouwing
U komt niet in aanmerking voor vergoeding van de schade die u lijdt:
•
als u ontwikkelingen of wijzigingen van te voren wist of had kunnen weten, bijvoorbeeld bij de aankoop van uw eigendom;
•
als u geen gebruik heeft gemaakt van een bestemming toen deze nog gunstig voor u was;
•
als sprake is van 'normaal maatschappelijk risico' en uw schade niet groter is dan de schade van andere burgers.
Als u meent dat u planschade lijdt moet u een verzoek in dienen bij de gemeenteraad. Meestal moet een schaderapport worden toegevoegd. Wij zijn graag bereid om u hierbij
van dienst te zijn.
Wat is nadeelcompensatie ?
Bij nadeelcompensatie gaat het om vergoeding van schade die het gevolg is van op zich rechtmatig overheidshandelen. Te denken valt hierbij aan bijvoorbeeld het instellen van
eenrichtingverkeer op de weg waaraan een bedrijf is gevestigd en waardoor het bedrijf schade kan lijden door verminderde bereikbaarheid. Andere voorbeelden zijn: het voor
lange(re) tijd niet bereikbaar zijn wegens het opbreken van de straat of omlegging van wegen.
De wettelijke grondslag voor nadeelcompensatie wordt gevormd door artikel 3:4, lid 2 van de Awb (Algemene wet bestuursrecht). Hierin wordt bepaald dat er een rechtmatige
belangen afweging moet plaats vinden en dat een vergoeding behoort te worden aangeboden indien en voor zover een burger onevenredig zwaar wordt getroffen in
vergelijkingen met andere burgers die in een vergelijkbare positie verkeren.
In een (toenemend) aantal gemeenten is een verordening nadeelcompensatie van kracht. Deze verordeningen hebben dan een beperkte werking omdat zij betrekking hebben
op specifieke gebieden of specifieke werken (o.a. aanleg metrolijnen, aanleg Betuwelijn, herinrichting van bepaalde gebieden, uitvoering van infrastructurele werken, etc.). In de
bedoelde verordeningen wordt in de toelichting veelal een uiteenzetting gegeven over onder andere het gebied en/of het werk waarop de verordening van toepassing is, de
aard van de te claimen schade en de procedure.
Wanneer een bestemmingsplanwijziging, of een (verkeers) maatregel of andersoortige (publieke) werken worden aangekondigd, is het zeer raadzaam de plannen in te gaan
zien. Indien het vermoeden (of meer dan dat) ontstaat/bestaat dat de plannen, maatregelen of werken zullen leiden tot planschade of schade die voor nadeelcompensatie in
aanmerking komt (of zou kunnen komen), dan is het raadzaam om bezwaar tegen de plannen e.d. in te dienen.
Daarnaast is en blijft het raadzaam om zo vroegtijdig mogelijk collectief of individueel met de gemeente te gaan overleggen over uitvoeringsmaatregelen die de verwachte
schade voorkomen of beperken.
Op basis van jurisprudentie en/of de verordening kan worden afgeleid dat bij het al dan niet toekennen van een schadevergoeding bijna dezelfde criteria ("sluizen") worden
gehanteerd zoals hierboven bij planschade zijn genoemd.
a. er dient schade te zijn geleden en te worden aangetoond;
b. er dient sprake te zijn van rechtmatig overheidshandelen (maatregel of uitvoering werk);
c. er dient een causaal (oorzakelijk) verband te zijn tussen de geleden schade en het rechtmatig overheidshandelen;
d. er dient geen sprake te zijn van voorzienbaarheid, normaal maatschappelijk of extra aanvaard risico;
e. vaststelling nadeelcompensatie door middel van het redelijkheids criterium;
f. is vergoeding van het nadeel anderszins voldoende verzekerd?
De procedure
Indien een belanghebbende meent, dat hij in aanmerking komt voor vergoeding van planschade, kan hij een gemotiveerde schriftelijke aanvraag om toekenning van
schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad.
In de gemeentelijke Procedureverordening Planschadevergoeding 1996 worden regels gegeven voor wat er gebeurt met een aanvraag vanaf het moment van indiening tot en
met de beslissing van de gemeenteraad. In grote lijnen gaat de procedure als volgt:
1. Burgemeester en wethouders geven aan de stichting Adviesbureau Onroerende Zaken, opdracht om over de aanvraag advies uit te brengen. Deze stichting is een extern
bureau, dat als schadebeoordelingscommissie voor de gemeente optreedt.
2. de stichting hoort vervolgens de aanvrager en een of meer vertegenwoordigers van de gemeente en maakt hiervan verslag.
3. de stichting brengt schriftelijk advies uit aan de gemeenteraad. Een afschrift hiervan wordt aan de aanvrager toegezonden waarbij deze in de gelegenheid wordt gesteld
eventuele opmerkingen over het advies ter kennis van de raad te brengen.
4. de gemeenteraad neemt een besluit over de aanvraag.
5. wanneer het meteen duidelijk is dat de aanvraag niet voor een vergoeding in aanmerking komt bv. omdat de aanvrager geen belanghebbende is of wanneer de aanvraag
niet op een planologische maatregel is gebaseerd, zal de hiervoor genoemde opdracht aan de schadebeoordelingscommissie achterwege blijven en zullen burgemeester en
wethouders de gemeenteraad voorstellen om de aanvraag af te wijzen.
De gemeenteraad zal de aanvraag om vergoeding van planschade toekennen of afwijzen. Tegen de toekenning of afwijzing van een aanvraag kan op grond van de Algemene
Wet Bestuursrecht bezwaar aangetekend worden, gericht aan burgemeester en wethouders, binnen zes weken na verzending van de beschikking. Indien burgemeester en
wethouders het bezwaar afwijzen, kan de aanvrager beroep aantekenen bij de rechtbank.
De gemeenteraad kent de belanghebbende, voor zover hij ten gevolge van een planologische maatregel schade lijdt of zal lijden, op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen
schadevergoeding toe. Als voorbeeld van zo'n maatregel kunnen hier de bepalingen van een (nieuw) bestemmingsplan, een vrijstellingsbesluit op grond van artikel 17 of 19 Wet
op de ruimtelijke ordening of de aanhouding van het besluit omtrent het verlenen van een bouw- of aanlegvergunning genoemd worden.
Het betreft hier een schadevergoeding bij een rechtmatige overheidsdaad. Met het toekennen van deze vorm van schadevergoeding kan voorkomen worden dat burgers als
gevolg van bepaalde (rechtmatige) overheidsmaatregelen onevenredig zwaar belast worden. De schade kan bestaan uit bv. waardevermindering onroerend goed, vermindering
van woongenot of privacy of omzetschade. Of er sprake is van schade wordt opgemaakt aan de hand van een planologische vergelijking van de oude situatie met de nieuwe
maatregel.
Contra expertise
Het is zeer aan te bevelen dat de ondernemer, al dan niet met hulp van zijn accountant, in eerste instantie zelf de hiervoor vermelde benodigde c.q. gewenste gegevens
verzamelt, (zo mogelijk) analyseert en een eerste opstelling maakt van de schade die het gevolg is van maatregelen of werken. Als uit deze opstelling blijkt dat er sprake is of
zou kunnen zijn van een te claimen schadebedrag (van enige omvang), dan is inschakeling van een deskundige wenselijk. De adviseur zal vanuit zijn kennis en ervaring in dit
soort zaken het "huiswerk" van de ondernemer beoordelen en van commentaar en/of aanwijzingen voorzien. Indien gewenst en relevant zal de adviseur een voorstel tot
verdere advisering en begeleiding doen. Aan de inschakeling van een adviseur zijn kosten verbonden, waarover bij het maken van een afspraak informatie zal worden gegeven.
RENTMEESTERS
OAG Makelaars & Rentmeesters © 2018
CONTACTGEGEVENS
OAG Makelaars & Rentmeesters
Bezoekadres: Willem II straat 17, 5038 BA Tilburg
Postadres: Postbus 86, 5000 AB Tilburg
E: info@oag-vastgoed.nl
T: 013 - 58 01 505
www.oag-vastgoed.nl
PLANSCHADE
Planschade is een wettelijk recht, dat al ruim 30 jaar bestaat. Het recht op planschade wordt geregeld in artikel 49 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Art. 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening: De gemeenteraad kent, voor zover blijkt dat een belanghebbende
als gevolg van de wijziging van de bepalingen van een bestemmingsplan, schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel
te zijnen laste behoort te blijven, hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.